"Het is tijd voor statiegeld op alle kleding"
Nelleke Wegdam, New Optimist: "Met statiegeld kunnen we de loop sluiten en kleding hoogwaardig recyclen." Fotografie: Lize Kraan.
Met statiegeld, 3D-design en production on demand kiest het Amsterdamse kledingmerk New Optimist een eigenzinnige, circulaire koers. Vanuit hun nieuwe atelier in Amsterdam-West dagen ze de kledingsector uit: “Fashion kan prima zonder overproductie.”
De link is gekopieerd
Er is iets mis gegaan..
Lokale kledingproductie in West-Europa lijkt al lang verleden tijd. Sinds jaar en dag komt onze confectie uit Azië. Het eigenzinnige New Optimist doorbreekt die trend. Oprichters Xander Slager en Nelleke Wegdam kozen al in 2020 voor lokale productie in Amsterdam. Na drie jaar ervaring geloven ze heilig in die aanpak. Daarom maken ze vanaf 23 maart hun collecties in een vier keer grotere, nieuwe vestiging in Amsterdam-West en starten ze vanaf september met statiegeld op kleding. Zo stimuleren ze hoogwaardig hergebruik en werken ze richting zero-waste fashion.
Waarom dit nieuwe atelier; volstond het oude niet meer?
“Ja, maar dat was veel te klein geworden. Door de uitbreiding hebben we vier keer zoveel ruimte, kunnen we nieuwe stikkers aannemen en is er plek voor onze showroom. We hebben nu vijf ruimtes, waaronder een naaiatelier, een snijkamer en een workshopkamer waar we ook Nederlandse les geven. Nieuw is ons social atelier waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen werken. Voorheen deden we dit al in Zaandam, nu hebben we alles onder één dak.”
Nelleke Wegdam van New Optimist: "Wij willen vooral lokaal en sociaal produceren, en zo circulair mogelijk." Fotografie: Lize Kraan.
Nelleke Wegdam van New Optimist: "Wij willen vooral lokaal en sociaal produceren, en zo circulair mogelijk." Fotografie: Lize Kraan.
Wat is jullie drijfveer als het gaat om verantwoord ondernemen?
“Eind 2020 kwam ik in contact met mijn compagnon Xander. Allebei hebben we een achtergrond in de mode – hij in de productie, ik in de marketing en communicatie. Ik had voor veel grote merken in Nederland gewerkt en voelde me steeds oncomfortabeler over de industrie. Al snel kwamen we erachter dat we een eigen kledinglijn wilden opzetten en in alles het tegenovergestelde wilden doen van wat de industrie doet. Ons streven is zo circulair mogelijk en we willen vooral lokaal en sociaal produceren. Onze stoffen halen we voor het grootste deel uit Turkije, alle productie gebeurt hier.”
Hoe groot zijn jullie inmiddels?
“Onze kleding ligt in vijftien winkels, waaronder de pop-up in de Bijenkorf in Amsterdam twee kilometer verderop. We hebben één ontwerper en maken de collectie met vijf naaiers. We produceren vier collecties per jaar met een korte doorloop. We laten de collecties zien aan de winkels en gaan dan produceren. Tussen verkoop en levering zit twee tot drie maanden.”
Het gaat bij jullie om de juiste schaal. Hoe bepaal je die?
“Doordat we lokaal werken, staan we dicht bij onze klanten en onze markt. Daardoor hebben we optimale controle. Omdat we alles zelf maken, kunnen we kort op de bal spelen en eventuele nabestellingen snel produceren. Plus: we gaan kledingstukken pas maken als we bestellingen en concrete aantallen weten. En dan maken we een beetje extra voor onze eigen webshop.”
"We willen niet alleen zéggen dat we duurzaam zijn, we willen het echt zijn"
Geen restpartijen dus?
“Winkels kopen niet zoveel in en kunnen indien wenselijk altijd nabestellen. Toch willen we om eventuele overproductie te voorkomen in de toekomst ook met 3D-design gaan werken. We gaan al onze stoffen in een programma laden, waarmee klanten online of in de winkel meteen kunnen zien hoe een kledingstuk valt voordat we het produceren. In de metaverse gebeurt dit al; wij zien mogelijkheden om het in ons eigen atelier te gebruiken voor on demand productie. Door het principe van sell first, produce later voorkomen we afval en overproductie. Om nu al zo veel mogelijk restafval te vermijden, werken we sinds een paar maanden zo veel mogelijk met witte stoffen prepared for dying en verven we achteraf. Stoffen die overblijven, kunnen mee naar het volgende seizoen.”
Vanaf september (update: 1 juli) geldt de UPV Textiel en moeten ook jullie kledinginzameling aanbieden. Jullie kiezen voor een statiegeldsysteem. Waarom?
“Het is voor ons de enige manier om de loop te sluiten, zodat we de kleding op een hoogwaardige manier kunnen recyclen en wij het beste weten hoe de kleding een tweede leven kan krijgen. Als die in een kledingbak belandt, krijgt die niet dezelfde behandeling.”
Waarom drie euro?
“Samen met de winkels, investeerders en aandeelhouders zijn we tot dit bedrag gekomen. Dat is niet gebaseerd op feitelijke waarde of de kosten voor inzameling of recycling. Het is vooral symbolisch, bedoeld om het gesprek op gang te brengen en een boodschap af te geven. Het is een conversation starter om circulariteit aan te stippen en wat er nodig is om een future proof merk te zijn.”
De klant brengt het product terug naar de winkel, krijgt zijn geld terug - en dan?
“Het proces begint al in de winkel als je het product koopt en € 3 statiegeld bovenop de verkoopprijs betaalt. De winkel factureert die € 3 naar Stichting Statiegeld, een stichting die wij hebben opgezet. Na terugkomst van het product krijgt de retailer het bedrag terug van de stichting. Dit proces gaat volledig buiten ons om; dat hebben we gedaan omdat we hopen dat andere merken ook meedoen met hun eigen kleding. De retourstromen blijven wel gescheiden.”
Wat gaan jullie doen met de kleding die retour komt?
“Dat is nog een puzzel om te leggen en het is de reden dat we met de invoer van het statiegeld pas in september met de wintercollectie beginnen. Zo hebben we tijd om invulling te geven aan het recyclingproces. We hebben natuurlijk behoorlijk volume nodig om een recycle loop met eigen productie op gang te brengen. En het duurt nog wel even voordat de uitgedragen kleding bij ons terugkomt. Uiteindelijk is ons doel dat voor elk kledingstuk een juiste oplossing komt en het ligt aan de staat van de kleding wat we daar vervolgens mee doen.”
Nelleke Wegdam: "Met de introductie van statiegeld gaan merken hopelijk kansen zien en nadenken over de mogelijkheden om kleding terug te nemen.” Fotografie: Lize Kraan.
Nelleke Wegdam: "Met de introductie van statiegeld gaan merken hopelijk kansen zien en nadenken over de mogelijkheden om kleding terug te nemen.” Fotografie: Lize Kraan.
Waarom kiezen jullie niet voor inzameling via bijvoorbeeld een club als Drop & Loop?
“Dat systeem is er niet op bedacht dat de kleding terugkomt bij de maker, en we willen dat de kleding terugkomt bij ons. Onze kleding is gemaakt van hoogwaardige kwaliteit, gestikt met katoen. Het zou zonde zijn als ons product wordt gemengd met producten van mindere kwaliteit. Dat is niet hoe wij de loop voor ons zien.”
Zou statiegeld in heel Europa ingevoerd moeten worden?
“Dat zou natuurlijk te gek zijn. Alleen al om mensen bewust te maken over circulair produceren, en dat het inleveren van kleding net zo normaal wordt als het retourneren van bierflesjes. Mijn compagnon Xander heeft zeventien jaar lang duizenden jassen gemaakt en al die tijd nog nooit met producenten gesproken over wat er met die jassen gebeurt als ze op zijn. Met de introductie van statiegeld gaan merken hopelijk kansen zien en nadenken over de mogelijkheden om kleding terug te nemen.”
In jullie nieuwe atelier mag iedereen komen kijken. Geven jullie daarmee geen geheimen weg?
“Bij ons is niets geheim. We willen graag onze kennis delen, mensen inspireren en workshops geven over wat we weten en hebben ontdekt. Vanaf het begin wilden we open zijn in onze communicatie. We willen niet alleen zeggen dat we duurzaam zijn, we willen het ook echt zijn. En dat werkt heel goed. We hebben veel geleerd over circulariteit en hadden het op de tekentafel wel gehoopt, maar nooit gedacht dat het in de praktijk zo goed zou werken!”