Reed je dertig jaar geleden in de zomer naar Zuid-Frankrijk, dan moest je onderweg een paar keer stoppen. Om de benen te strekken, te tanken en vooral: om insecten van je voorruit te krabben. Dat laatste is nu bijna niet meer nodig. Want net als op veel andere plaatsen leven er ook in Frankrijk steeds minder insecten.
Dat lijkt een detail, maar is een heel slecht teken. Volgens het Wereld Natuur Fonds is maar liefst 28% van alle plant- en diersoorten zelfs in hun voortbestaan bedreigd. Door stropers en illegale handel. Door grootschalige ontbossing voor landbouwgrond. En door de toename van grote natuurbranden, overstromingen en droogtes. Daarom moet ‘biodiversiteit’ nu hoog op de prioriteitenlijst staan en moeten we de balans tussen mens en natuur herstellen, vindt WWF-NL adviseur Nicolas Poolen. Volgens hem kunnen ook financiële instellingen zoals banken en pensioenfondsen daarbij helpen. Voor Jij&Wij Online legt hij uit hoe.
Biodiversiteit staat hoog op jullie agenda. Wat is dat precies?
“Onze aarde kun je zien als verzamelplaats waar allerlei planten en dieren in evenwicht leven. Die natuurvariatie noemen we biodiversiteit. Hoe meer verschillende soorten, hoe beter. Want juist die diversiteit bepaalt de balans, de kracht én de veerkracht van het systeem. Maar biodiversiteit wordt op veel plaatsen minder. Door het kappen van bossen, door stroperij, door eenzijdige landbouw en gebruik van pesticiden. Dat maakt ons ecosysteem kwetsbaar.”
Waarom is biodiversiteit pas sinds kort zo’n hot topic?
“Omdat het ingewikkeld is. Kijk, de opwarming van de aarde kunnen we afremmen door minder CO2 uit te stoten – dat is een overzichtelijk verhaal. Biodiversiteit is complex. We beginnen nu pas te leren hoe hard die achteruit gaat, en hoe ongelooflijk belangrijk die voor ons is, voor onze gezondheid én voor onze welvaart. Volgens het World Economic Forum is maar liefst 50 procent van onze wereldwijde waardecreatie, denk aan landbouw, visserij en veeteelt, direct afhankelijk van natuur. Als we die vernielen, brengen we ons eigen voortbestaan in gevaar. We kunnen niet zonder!”
Hoe hard gaat het dan, met dat uitsterven?
“Sinds 1970 is naar schatting gemiddeld twee derde van de populatieomvang van zoogdieren, vogels, amfibieën, insecten en vissen verdwenen. Kijken we in Nederland bijvoorbeeld naar 71 vlinderpopulaties, dan blijken die met gemiddeld 84% te zijn afgenomen tussen 1890 en 2017.”